Skip to main content

VERPAKKINGSINSTRUCTIE P208

P208     VERPAKKINGSINSTRUCTIE     P208
Deze instructie is van toepassing op geadsorbeerde gassen van klasse 2.
  1. De volgende verpakkingen zijn toegestaan, onder voorwaarde dat aan de algemene verpakkingsvoorschriften van 4.1.6.1 is voldaan:

    Flessen zoals gespecificeerd in hoofdstuk 6.2 en in overeenstemming met ISO 11513:2011, ISO 11513:2019, ISO 9809-1:2010 of ISO 9808-1:2019.

  2. Voor iedere gevulde fles geldt dat de druk lager dan 101,3 kPa bij 20 °C en lager dan 300 kPa bij 50 °C moet zijn.

  3. De minimale beproevingsdruk van de fles moet 21 bar zijn.

  4. De minimale barstdruk van de fles moet 94,5 bar zijn.

  5. De inwendige druk van de gevulde fles bij 65 °C mag niet hoger zijn dan de beproevingsdruk van de fles.

  6. Het adsorberende materiaal moet compatibel zijn met de fles en mag geen schadelijke of gevaarlijke verbindingen vormen  met  het te  adsorberen gas.

    Het  gas mag  in  combinatie met  het adsorberende materiaal de fles niet aantasten of verzwakken of een gevaarlijke reactie veroorzaken (bv. een katalyserende reactie).

  7. De  kwaliteit  van  het  adsorberende  materiaal moet  iedere  keer  bij  het  vullen  worden  gecontroleerd,  om te waarborgen dat steeds wanneer een collo met geadsorbeerd gas ten vervoer wordt aangeboden, aan de vereisten van deze verpakkingsinstructie ten aanzien van druk en chemische stabiliteit wordt voldaan.

  8. Het adsorberende materiaal mag niet voldoen aan de criteria voor om het even welke klasse in het ADR.

  9. Voor flessen en afsluitingen die giftige gassen bevatten met een LC50  gelijk aan of minder dan 200 ml/m3 (ppm) (zie tabel 1) gelden de volgende voorschriften:

    1. Uitlopen van afsluitventielen moeten zijn voorzien van drukbestendige gasdichte stoppen of doppen die zijn voorzien van een schroefdraad die overeenkomt met die van de uitlopen van de afsluitventielen.
    2. Elk afsluitventiel moet hetzij van het pakkingloze type zijn met een niet-geperforeerd diafragma, hetzij van een
      type dat lekkage door of langs de pakking voorkomt.
    3. Elke fles en afsluiting moet na het vullen op lekkage beproefd worden.
    4. Elk afsluitventiel moet bestand zijn tegen de beproevingsdruk van de fles en moet rechtstreeks met de fles zijn verbonden  door een  tapse  schroefdraad  of  op  een  andere  wijze  die  voldoet  aan  de  voorschriften  van ISO 10692-2:2001.
    5. Flessen en afsluitventielen mogen niet voorzien worden van een drukontlastingsinrichting.

  10. Uitlopen van afsluitventielen voor flessen die pyrofore gassen bevatten moeten zijn voorzien van gasdichte stoppen of doppen met een schroefdraad die overeenkomt met die van de uitlopen van de afsluitventielen.

  11. De  vulprocedure moet  in  overeenstemming zijn  met  Bijlage  A  van  ISO  11513:2011  (van toepassing tot 31 december 2024) of bijlage A van ISO 11513:2019.

  12. De maximale termijn voor het periodieke onderzoek is vijf jaar.

  13. Bijzondere verpakkingsvoorschriften die stofspecifiek zijn (zie tabel 1).

    Materiaalcompatibiliteit
    1. Flessen van een aluminiumlegering mogen niet worden gebruikt

    1. Indien stalen flessen worden gebruikt, zijn alleen die flessen toegestaan die zijn voorzien van het merkteken “H” in overeenstemming met 6.2.2.7.4 (p).
      Voorschriften voor specifieke gassen
    1. De vullingsgraad van dit gas moet zodanig worden beperkt dat de druk, indien volledige ontleding optreedt, twee derde van de beproevingsdruk van de fles niet overschrijdt.

      Materiaalcompatibiliteit voor n.e.g.-posities voor geadsorbeerde gassen
    1. De materialen waarvan de flessen en hun uitrustingsdelen zijn vervaardigd, moeten compatibel zijn ten opzichte van de inhoud en mogen daarmee niet zodanig reageren dat schadelijke of gevaarlijke verbindingen gevormd kunnen worden.
P208     VERPAKKINGSINSTRUCTIE     P208
Tabel 1: GEADSORBEERDE  GASSEN
UN-
nummer
Benaming  en omschrijving Classificatie- code LC50
ml/m3
Bijzondere verpakkings-voorschriften
3510 GEADSORBEERD  GAS, BRANDBAAR,  N.E.G. 9F z
3511 GEADSORBEERD  GAS, N.E.G. 9A z
3512 GEADSORBEERD  GAS, GIFTIG, N.E.G. 9T 5000 z
3513 GEADSORBEERD  GAS, OXIDEREND,  N.E.G. 9O z
3514 GEADSORBEERD  GAS, GIFTIG, BRANDBAAR,  N.E.G. 9TF 5000 z
3515 GEADSORBEERD  GAS, GIFTIG, OXIDEREND,  N.E.G. 9TO 5000 z
3516 GEADSORBEERD  GAS, GIFTIG, BIJTEND, N.E.G. 9TC 5000 z
3517 GEADSORBEERD  GAS, GIFTIG, BRANDBAAR,  BIJTEND, N.E.G. 9TFC 5000 z
3518 GEADSORBEERD  GAS, GIFTIG, OXIDEREND,  BIJTEND, N.E.G. 9TOC 5000 z
3519 BOORTRIFLUORIDE, GEADSORBEERD 9TC 387 a
3520 CHLOOR, GEADSORBEERD 9TOC 293 a
3521 SILICIUMTETRAFLUORIDE,  GEADSORBEERD 9TC 450 a
3522 ARSEENWATERSTOF  (ARSINE),  GEADSORBEERD 9TF 20 d
3523 GERMAANWATERSTOF  (GERMAAN), GEADSORBEERD 9TF 620 d, r
3524 FOSFORPENTAFLUORIDE,  GEADSORBEERD 9TC 190
3525 FOSFORWATERSTOF (FOSFINE), GEADSORBEERD 9TF 20 d
3526 SELEENWATERSTOF  (WATERSTOFSELENIDE),
GEADSORBEERD
9TF 2