- De hierna genoemde grote verpakkingen zijn toegestaan, onder voorwaarde dat aan de algemene voorschriften van 4.1.1 en 4.1.3 is voldaan:
Stijve grote verpakkingen die voldoen aan het prestatieniveau voor verpakkingsgroep II.
- staal (50A);
- aluminium (50B);
- metaal, met uitzondering van staal of aluminium (50N); stijve kunststof (50H);
- hout (50C); multiplex (50D);
- houtvezelmateriaal (50F);
- stijf karton (50G).
- Bovendien moet aan de volgende bepalingen zijn voldaan:
- Houders in voorwerpen die vloeistoffen of vaste stoffen bevatten, moeten van geschikt materiaal vervaardigd zijn en op zodanige wijze zijn vastgezet dat zij onder normale vervoersomstandigheden niet kunnen breken of worden doorboord en dat het uittreden van de inhoud in het voorwerp zelf of de buitenverpakking wordt vermeden;
- Houders die vloeistoffen bevatten en met sluitingen zijn uitgerust, moeten op zodanige wijze zijn verpakt dat de sluitingen correct georiënteerd zijn.
Bovendien moeten de houders voldoen aan de voorschriften voor beproevingen met inwendige druk van 6.1.5.5;
- Houders die breekbaar zijn of gemakkelijk doorboord kunnen worden, zoals houders vervaardigd van glas, porselein of aardewerk of van bepaalde kunststofmaterialen moeten naar behoren vastgezet zijn.
Bij lekkage van de inhoud mogen de beschermende eigenschappen van het voorwerp of de buitenverpakking niet substantieel worden aangetast;
- Houders in voorwerpen die gassen bevatten, moeten voldoen aan de voorschriften van sectie 4.1.6 en hoofdstuk 6.2, al naar gelang, of een gelijkwaardig beschermingsniveau kunnen bieden als het beschermingsniveau volgens verpakkingsinstructie P200 of P208; en
- Indien het voorwerp geen houder bevat, moeten de gevaarlijke stoffen geheel door het voorwerp zijn omsloten, op zodanige wijze dat vrijkomen ervan wordt voorkomen onder normale vervoersomstandigheden.
- Voorwerpen moeten worden verpakt om onder normale vervoersomstandigheden verplaatsing van de voorwerpenen onopzettelijk in werking treden te voorkomen.
- Voorwerpen die preproductieprototypen van lithiumcellen of -batterijen of natrium-ion-cellen of -batterijen bevatten, indien deze prototypen worden vervoerd voor beproeving of productieseries bestaande uit niet meer dan 100 lithiumcellen of -batterijen of natrium-ion-cellen of -batterijen die van een type zijn dat niet heeft voldaan aan de eisen van het Handboek beproevingen en criteria, deel III, subsectie 38.3, moeten bovendien aan het volgende voldoen:
- Verpakkingen moeten voldoen aan de voorschriften in paragraaf (1) van deze verpakkingsinstructie;
- Er moeten passende maatregelen worden genomen om de gevolgen van trillingen en schokken tot een minimum te beperken en verschuiving van het voorwerp in de verpakking die tot schade en gevaarlijke vervoersomstandigheden zou kunnen leiden, te voorkomen. Wanneer opvulmateriaal wordt gebruikt om aan dit voorschrift te voldoen, moet het onbrandbaar en elektrisch niet-geleidend zijn;
- De onbrandbaarheid van het opvulmateriaal moet worden beoordeeld volgens een norm die wordt erkend in het land waar de verpakking is ontworpen of vervaardigd.
|