Skip to main content

VERPAKKINGSINSTRUCTIE P911

P911 VERPAKKINGSINSTRUCTIE P911
Deze instructie is van toepassing op beschadigde of defecte cellen en batterijen met de UN-nummers 3090, 3091, 3480, 3481, 3551 en 3552 die  onder normale  vervoersomstandigheden snel uiteen kunnen vallen, gevaarlijk kunnen reageren, een vlam dan wel een gevaarlijke hitteontwikkeling of een gevaarlijke uitstoot van giftige, bijtende of brandbare gassen of dampen kunnen veroorzaken.

De volgende verpakkingen zijn toegestaan, op voorwaarde dat aan de algemene voorschriften van 4.1.1 en 4.1.3 is voldaan:
Voor cellen en batterijen en apparatuur die cellen en batterijen bevat:

  • Vaten (1A2, 1B2, 1N2, 1H2, 1D, 1G);
  • Kisten of dozen: (4A, 4B, 4N, 4C1, 4C2, 4D, 4F, 4G, 4H1, 4H2);
  • Jerrycans (3A2, 3B2, 3H2).

De verpakkingen moeten voldoen aan het prestatieniveau voor verpakkingsgroep I.

  1. De verpakking moet aan de volgende aanvullende prestatie-eisen voldoen in geval van snel uiteen vallen, gevaarlijke reactie, productie van een vlam of een gevaarlijke hitte-ontwikkeling of een gevaarlijke uitstoot van giftige, bijtende of brandbare gassen of dampen van de cellen of batterijen:

    1. De temperatuur van het buitenoppervlak van de geassembleerde verpakking mag niet hoger zijn dan 100 °C. Een tijdelijke temperatuurpiek van maximaal 200 °C is toelaatbaar;
    2. Er mag geen vlam buiten de verpakking optreden;
    3. Er mogen geen projectielen de verpakking verlaten;
    4. De structurele eenheid van de verpakking moet behouden blijven; en
    5. De verpakkingen moeten een gasbeheerssysteem hebben (bijv. filtersysteem, luchtcirculatie, opvangsysteem voor gas, gasdichte verpakking, enz.), voor zover van toepassing.

  2. De aanvullende prestatie-eisen voor de verpakking moeten worden geverifieerd door proeven, als gespecificeerd door de bevoegde autoriteit van een Overeenkomstsluitende Partij bij het ADR, die ook een proef kan erkennen als gespecificeerd door de bevoegde autoriteit van een land dat geen Overeenkomstsluitende Partij bij het ADR is, op voorwaarde dat de proef is gespecificeerd in overeenstemming met de toepasselijke procedures in het kader van het RID, ADR, ADN, de IMDG Code of de Technische Instructies van de ICAO*

    Een verificatierapport moet op verzoek ter beschikking worden gesteld. Als minimumvereiste moet de naam van de cel of batterij, het celnummer of batterijnummer, de massa, het type, de energie-inhoud van de cellen of batterijen, de verpakkingsidentificatie en de beproevingsdata in overeenstemming met de verificatiemethode als gespecificeerd door de bevoegde autoriteit, worden vermeld in het verificatierapport.

  3. Indien droogijs of vloeibare stikstof als koelmiddel wordt gebruikt, zijn de voorschriften van 5.5.3 van toepassing.

    De binnenverpakking en de buitenverpakking moeten hun goede staat behouden bij zowel de temperatuur van het
    gebruikte koelmiddel als de temperaturen en drukken die het gevolg kunnen zijn van het wegvallen van de koeling.
Aanvullend voorschrift:
Cellen of batterijen moeten tegen kortsluiting worden beschermd.


* De volgende relevante criteria mogen worden gebruikt om het prestatieniveau van de verpakking te beproeven:

  1. De beoordeling moet gedaan worden volgens een kwaliteitsbeheerssysteem (zoals beschreven in randnummer 2.2.9.1.7.1 e) wat het mogelijk maakt om de testresultaten, referentiedata en modelkarakterisering na te gaan;

  2. De lijst met gevaren die verwacht worden in het geval van een thermische run-away voor het cel- of batterijtype, in de conditie zoals het wordt vervoerd (bijv. gebruik van een binnenverpakking, mate van opladen (SOC), gebruik van voldoende onbrandbaar, elektrisch niet-geleidend en absorberend opvulmateriaal, enz.), moet duidelijk geïdentificeerd en gekwantificeerd worden;

    de referentielijst van mogelijke gevaren voor cellen of -batterijen (bijvoorbeeld snel uiteen kunnen vallen, gevaarlijk kunnen reageren, productie van een vlam dan wel een gevaarlijke hitte-
    ontwikkeling of een gevaarlijke uitstoot van giftige, bijtende of brandbare gassen of dampen) kan hiervoor worden gebruikt.

    De kwantificering van deze gevaren moet gebaseerd zijn op wetenschappelijke literatuur;

  3. De mitigerende effecten van de verpakking moeten geïdentificeerd en gekarakteriseerd worden, gebaseerd op de eigenschappen van de toegepaste bescherming en de eigenschappen van het constructiemateriaal.

    Een lijst met technische karakteristieken en tekeningen moet worden gebruikt om deze beoordeling te ondersteunen (dichtheid (kg·m3, soortelijke warmte (J· kg-1·K-1), warmtecapaciteit (kJ· kg-1), thermische geleidbaarheid (W· m-1 · K-1),
    smelttemperatuur en ontvlambaarheids- temperatuur [K], warmteoverdrachtscoëfficiënt van de buitenverpakking (W· m-2 · K-1), …);

  4. De test en alle onderliggende berekeningen moeten het resultaat beoordelen van een thermische run-away van de cel of batterij binnen de verpakking onder normale vervoersomstandigheden;

  5. In het geval dat de SOC van de cel of batterij niet bekend is, moet bij de beoordeling de hoogst mogelijke SOC die overeenkomt met de cel of batterij tijdens gebruikscondities worden gebruikt;

  6. De omgevingscondities waarin de verpakking gebruikt en vervoerd mag worden, moeten worden beschreven (inclusief mogelijke consequenties van gas- of rookemissies op de omgeving, zoals ventilatie of andere methoden) volgens het gasbeheerssysteem van de verpakking;

  7. De proeven of de modelberekening moet(en) uitgaan van het ergste scenario (‘worst case’) voor de initiatie van de thermische run-away en propagatie die optreedt binnen de cel of batterij; dit scenario is inclusief het ergste falen onder normale vervoersomstandigheden, de maximale warmte- en vlamemissies voor de mogelijke propagatie van de reactie;

  8. Deze scenario’s moeten beoordeeld worden over een tijdsperiode die lang genoeg is om alle mogelijke consequenties in kaart te kunnen brengen (bijv. 24 uur).

  9. In  het geval van meerdere batterijen en meerdere apparaten die batterijen bevatten moeten aanvullende maatregelen worden overwogen zoals het maximale aantal batterijen en apparaten die batterijen bevatten, de maximale energie-inhoud van het totaal aantal batterijen en de samenstelling binnenin de verpakking, inclusief het scheiden en beschermen van de onderdelen van de batterijen.