Skip to main content

VERPAKKINGSINSTRUCTIE P622

P622     VERPAKKINGSINSTRUCTIE     P622
Deze instructie is van toepassing op afval van UN 3549 daat  vervoerd wordt ter verwijdering
De volgen de verpakking en zijn toegestaan, onder voorwaarde dat aan de algemene voorschriften van 4.4.1 en 4.1.3  is voldaan.
Binnenverpakkingen Tussenverpakkingen Buitenverpakkingen
  
metaal metaal Dozen
kunststoffen kunststoffen staal (4A)
aluminium (4B)
ander metaal (4N)
hout (4D)
karton (4G)
harde kunststoffen (4H2)
Vaten
staal (1A2)
aluminium (1B2)
ander metaal (1N2)
hout (1D)
karton(1G)
kunststoffen (1H2)
Jerricans
staal (3A2)
aluminium (3B2)
kunststoffen (3H2)
De buitenverpakking moet voldoen aan de eisen van Verpakkingsgroep I voor vaste stoffen.
Aanvullende voorwaarden:
  1. Breekbare voorwerpen moeten worden verpakt in een stijve binnenverpakking of een stijve tussenverpakking.

  2. Binnenverpakkingen die scherpe voorwerpen bevatten zoals glasscherven of naalden moeten hard zijn en bestandteg en doorboring.

  3. De binnenverpakking, de tussenverpakking en de buitenverpakking moeten vloeistofdicht zijn. Buitenverpakkingen die niet vloeistofdicht zijn ontworpen moeten zijn voorzien van een bekledingof zij moeten op een andere wijze waterdicht zijn gemaakt.

  4. De binnenverpakking of de  tussenverpakking of beide verpakkingen mogen  flexibel  zijn.

    Wanneer flexibele verpakkingen worden gebruikt, dan moeten zij de “impact  resistance test”  van  tenminste 165 gram kunnen doorstaan volgens de norm ISO 7765-1:1988  “Plastics film and sheeting – Determination of impact resistance by the free-falling dart method – Part 1: Staircase methods” en de “tear resistance test”  van ten minste 480 g in zowel de lengte als de breedte  van de zak,  in overeenstemming met de norm: “ISO  6383-2:1983  “Plastics – Film and sheeting – Determination of tear resistance – Part 2: Elmendorf method”.

    Het maximaal toegelaten gewicht van elke binnenverpakking is 30 kg.

  5. Een flexibele tussenverpakking mag niet meer dan een binnenverpakking bevatten.

  6. Binnenverpakkingen die een kleine hoeveelheid vloeistof bevatten mogen in een tussenverpakking ged aan mits er voldoende absorberend of stollend materiaal in de binnen- of de tussenverpakking aanwezig is om alle vloeistof op te nemen of te laten stollen.

    Er moet absorberend of stollend materiaal worden gebruikt dat bestand is tegen de temperaturen en trillingen die onder normale vervoersomstan digheden kunnen optreden.

  7. Tussenverpakkingen moeten worden vastgezet in de buitenverpakking met voldoen de geschikt vul- of absorberend materiaal.