P620 VERPAKKINGSINSTRUCTIE P620 |
Deze instructie is van toep assing op de UN-nummers 2814 en 2900. De hierna genoemde verpakkingen zijn toegestaan, onder voorwaarde dat aan de bijzondere verpakkingsvoorschriften van 4.1.8 is voldaan:
|
De verpakkingen voor de stoffen die voldoen aan de voorschriften van hoofdstuk 6.3 en dienovereenkomstig zijn goed gekeurd bestaande uit:
- Binnenverpakking en bestaande uit:
- (een) vloeistofdichte houd er(s) als primaire verpakking(en);
- een vloeistofdichte secundaire verpakking;
- behalve voor vaste infectieuze stoffen, voldoende absorberend materiaal tussen de primaire houder(s) en de secundaire verpakking om de gehele inhoud te absorberen; indien meerdere primaire houders worden geplaatst in een enkele secundaire verpakking, dan moeten deze hetzij afzonderlijk omwikkeld, hetzij gescheiden worden, zodat onderlinge aanraking is uitgesloten;
- Een stijve buitenverpakking:
Vaten (1A1, 1A2, 1B1, 1B2, 1N1, 1N2, 1H1, 1H2, 1D, 1G); Kisten of dozen (4A, 4B, 4N, 4C1, 4C2, 4D, 4F, 4G, 4H1, 4H2); Jerrycans (3A1, 3A2, 3B1, 3B2, 3H1, 3H2).
De kleinste buiten afmeting moet niet minder dan 100 mm bedragen.
|
Aanvullende voorschriften: |
- Binnenverpakking en die infectieuze stoffen bevatten, mogen niet worden geplaatst in buitenverpakkingen die andere soorten goed eren bevatten. Volledige colli mogen volgens de voorschriften van 1.2.1 en 5.1.2 worden oververpakt; een dergelijke oververpakking kan droogijs bevatten. Wanneer droogijs of andere koelmiddelen die een verstikkingsgevaar met zich meebrengen, worden gebruikt als koelmiddel, zijn de voorschriften van 5.5.3 van toepassing.
- Met uitzondering van buitengewone zendingen, bijv. verzending van geh ele organen waarvoor een bijzondere verpakking vereist is, zijn de volgen de aanvullen de voorschriften van toepassing
- Stoffen die bij omgevingstemperatuur of een hogere temperatuur worden verzonden: De primaire houd ers moeten van glas, metaal of kunststof zijn.
Op positieve wijze moet een vloeistofdichte verzeg eling worden geg arand eerd, bijv. door middel van een smeltlas, een omkraagde stop of een metalen randomlegzegel.
Indien schroefdopp en worden gebruikt, moeten zij met werkzame middelen worden vastgezet, bijv. met beh ulp van plakband, paraffine-afdichtband of voor dit doel gefabriceerde borgsluiting;
- Stoffen die sterk gekoeld of bevroren worden verzonden: IJs, droogijs of een ander koelmiddel moet worden aangebracht rond de secundaire verpakking(en) of in plaats daarvan in een oververpakking met één of meer volledige colli, gemerkt volgens 6.3.3.
Inwendige steun en moeten worden aangebracht om de secundaire verpakking(en) of colli in positie te houden, nadat het ijs is gesmolten of het droogijs is vervlogen. Wanneer droogijs of andere koelmiddelen die een verstikkingsgevaar met zich meebrengen, worden gebruikt als koelmiddel, zijn de voorschriften van 5.5.3 van toepassing
Indien ijs wordt gebruikt, moet de buitenverpakking of oververpakking vloeistofdicht zijn.
Indien droogijs wordt gebruikt, mag de buitenverpakking of oververpakking het vrijkomen van kooldioxideg as niet belemmeren.
De primaire houd er en de secundaire verpakking moeten bij de temperatuur van het gebruikte koelmiddel in goede staat blijven;
- Stoffen die in vloeibare stikstof worden verzonden: Indien vloeibare stikstof wordt gebruikt als koelmiddel, zijn de voorschriften van 5.5.3 van toepassing. Er moeten primaire houders van kunststof worden gebruikt die zeer lage temperaturen kunnen doorstaan.
De secundaire verpakking moet ook zeer lage temperaturen kunnen doorstaan, en in de meeste gevallen om iedere primaire houder afzonderlijk passen.
Aan de voorschriften voor het vervoer van vloeibare stikstof moet ook zijn voldaan.
De primaire houd er en de secundaire verpakking moeten bij de temperatuur van de vloeibare stikstof in goede staat blijven;
- Gevriesdroog de stoffen mogen ook worden vervoerd in primaire houd ers die bestaan uit met een vlam dichtgesmolten glazen ampullen of met een rubberen stop gesloten glazen flesjes, voorzien van metalen zegels.
- Onafhankelijk van de te verwachten temperatuur tijdens verzending moeten de primaire houd er of de secundaire verpakking zonder lekkage weerstand kunnen bied en aan een inwendige druk die leidt tot een drukverschil van ten minste 95 kPa (0,95 bar).
Deze primaire houd er of de secundaire verpakking moet even eens weerstand kunnen bied en aan temperaturen van -40 °C tot +55 °C.
- Andere gevaarlijke goed eren mogen niet in dezelfde verpakking als infectieuze stoffen van klasse 6.2 worden verpakt, tenzij deze nodig zijn voor het handhaven van de levensvatbaarheid, de stabilisering of het voorkomen van degradatie, of het neutraliseren van de gevaren van de infectieuze stoffen.
Een hoeveelheid van 30 ml of minder van gevaarlijke goed eren ingedeeld in de klassen 3, 8 of 9 mag worden verpakt in elke primaire houd er die infectieuze stoffen bevat.
Deze kleine hoeveelheden gevaarlijke goed eren van de klassen 3, 8 of 9 zijn niet onderworpen aan enige aanvullende voorschriften van het ADR indien zij in overeenstemming met deze verpakkingsinstructie zijn verpakt.
- Alternatieve verpakkingen voor het vervoer van dierlijke stoffen kunnen worden goedgekeurd doorde bevoegde autoriteit van het land van herkomst a in overeenstemming met de bepalingen van 4.1.8.7.
|