Er mogen slechts verpakkingen worden gebruikt, die door de bevoegde autoriteit van het land van herkomst zijn toegelaten.
Indien het land van herkomst geen Overeenkomstsluitende Partij is bij het ADR, moet de verpakking worden goedgekeurd door de bevoegde autoriteit van de eerste Overeenkomstsluitende Partij bij het ADR, die bij de zending betrokken is.
De afgekorte benaming (het onderscheidingsteken voor motorvoertuigen in het internationale wegverkeer* in opdracht waarvan de bevoegde autoriteit handelt, moet als volgt op het vervoersdocument zijn aangegeven:
“Verpakking, toegelaten door de bevoegde autoriteit van ..." [zie 5.4.1.2.1 e)]
* Het onderscheidingsteken van de Staat van inschrijving gebruikt op motorvoertuigen en aanhangwagens in het internationale wegverkeer, bv. overeenkomstig het Verdrag van Genève van 1949 inzake het wegverkeer of het Verdrag van Wenen van 1969 inzake het wegverkeer.
|