Skip to main content

VERPAKKINGSINSTRUCTIE LP200

LP200     VERPAKKINGSINSTRUCTIE     LP200
Deze instructie is van toepassing op UN-nummers 1950 en 2037.

De  volgende grote verpakkingen zijn  toegestaan voor spuitbussen en  gaspatronen, onder voorwaarde dat  aan  de algemene voorschriften van 4.1.1 en 4.1.3 is voldaan:

Stijve grote verpakkingen die voldoen aan het prestatieniveau voor verpakkingsgroep II en zijn gemaakt van:

  • staal (50A);
  • aluminium (50B);
  • metaal, met uitzondering van staal of aluminium (50N); stijve kunststof (50H);
  • hout (50C);
  • multiplex (50D);
  • houtvezelmateriaal (50F);
  • stijf karton (50G).
Bijzonder verpakkingsvoorschrift:

L2 De grote verpakkingen moeten zodanig zijn ontworpen en geconstrueerd dat gevaarlijke bewegingen en onbedoeld leeglopen tijdens normale vervoersomstandigheden worden voorkomen.

Voor aerosolen en gaspatronen die als afval worden vervoerd overeenkomstig bijzondere bepaling 327 moeten de grote verpakkingen voldoende worden geventileerd om vorming van een gevaarlijke atmosfeer en drukopbouw te voorkomen.