De volgende verpakkingen zijn toegestaan, onder voorwaarde dat aan de algemene voorschriften van 4.1.1 en 4.1.3 is voldaan:
- Voor cellen en batterijen, ook wanneer verpakt met de apparaten:
- Vaten (1A2, 1B2, 1N2, 1H2, 1D, 1G);
- Kisten of dozen (4A, 4B, 4N, 4C1, 4C2, 4D, 4F, 4G, 4H1, 4H2);
- Jerrycans (3A2, 3B2, 3H2).
Verpakkingen moeten voldoen aan het prestatieniveau voor verpakkingsgroep II en aan de volgende voorschriften:
- Batterijen en cellen, inclusief de apparatuur, van verschillende afmetingen, grootten of massa’s moeten worden verpakt in een buitenverpakking van een hierboven genoemd beproefd ontwerptype mits de totale bruto massa van de verpakking niet de bruto massa overschrijdt waarvoor het ontwerptype is beproefd;
- Elke cel of batterij moet afzonderlijk in een binnenverpakking worden verpakt en in een buitenverpakking worden geplaatst;
- Elke binnenverpakking moet volledig zijn omgeven door voldoende onbrandbaar en elektrisch niet-geleidend thermisch isolatiemateriaal ter bescherming tegen gevaarlijke warmteontwikkeling;
- Er moeten passende maatregelen worden genomen om de gevolgen van trillingen en schokken tot een minimum te beperken en om beweging van de cellen of batterijen binnen de verpakking die tot verdere schade of gevaarlijke vervoersomstandigheden zou kunnen leiden, te voorkomen.
Om aan dit voorschrift te voldoen mag ook gebruik worden gemaakt van elektrisch niet-geleidend en onbrandbaar opvulmateriaal;
- De onbrandbaarheid van het thermische isolatiemateriaal en het opvulmateriaal moet worden beoordeeld volgens een norm die wordt erkend in het land waar de verpakking is ontworpen of vervaardigd;
- Van cellen of batterijen met een netto massa van meer dan 30 kg mag een buitenverpakking er niet meer dan één bevatten.
- Voor cellen en batterijen aanwezig in apparaten:
- Vaten (1A2, 1B2, 1N2, 1H2, 1D, 1G);
- Kisten en dozen (4A, 4B, 4N, 4C1, 4C2, 4D, 4F, 4G, 4H1, 4H2);
- Jerrycans (3A2, 3B2, 3H2).
Verpakkingen moeten voldoen aan het prestatieniveau voor verpakkingsgroep II en aan de volgende voorschriften:
- Apparaten van verschillende afmetingen, grootten of massa’s moeten worden verpakt in een buitenverpakking van een hierboven genoemd beproefd ontwerptype mits de totale bruto massa van de verpakking niet de bruto massa overschrijdt waarvoor het ontwerptype is beproefd;
- De apparaten moeten zodanig zijn vervaardigd of verpakt dat zij tijdens het vervoer niet onbedoeld in werking kunnen treden;
- Er moeten passende maatregelen worden genomen om de gevolgen van trillingen en schokken tot een minimum te beperken en om beweging van de apparaten binnen de verpakking die tot verdere schade of gevaarlijke vervoersomstandigheden zou kunnen leiden, te voorkomen.
Indien opvulmateriaal wordt gebruikt om aan dit voorschrift te voldoen, moet het elektrisch niet-geleidend en onbrandbaar zijn; en
- De onbrandbaarheid van het opvulmateriaal moet worden beoordeeld volgens een norm die wordt erkend in het land waar de verpakking is ontworpen of vervaardigd.
- De apparaten of de batterijen mogen onverpakt worden vervoerd onder de voorwaarden gespecificeerd door de bevoegde autoriteit van elke Overeenkomstsluitende partij bij het ADR, die ook een goedkeuring mag erkennen die verleend is door de bevoegde autoriteit van een land dat geen Overeenkomstsluitende partij bij het ADR is, op voorwaarde dat deze goedkeuring is verleend overeenkomstig de toepasselijke procedures volgens het RID, ADR en ADN, de IMDG Code of de Technische Instructies van de ICAO.
Opmerking: de toegestane verpakking mag een netto massa van 400 kg overschrijden (zie: 4.1.3.3).
|