De volgende verpakkingen zijn toegestaan, onder voorwaarde dat aan de algemene voorschriften van 4.1.1 en 4.1.3 is voldaan:
- Vaten (1A1, 1A2, 1B1, 1B2, 1N1, 1N2, 1H1, 1H2, 1D, 1G); Kisten of dozen (4A, 4B, 4N, 4C1, 4C2, 4D, 4F, 4G, 4H1, 4H2).
De verpakkingen moeten voldoen aan het prestatieniveau van verpakkingsgroep II.
- Stijve buitenverpakkingen met een maximale netto massa van: karton: 55 kg
anders dan karton: 125 kg. Aan de voorschriften van 4.1.1.3 hoeft niet te zijn voldaan.
De verpakkingen moeten zodanig zijn ontworpen en vervaardigd dat buitensporige verplaatsing of onbedoeld leeglopen van de spuitbussen onder normale vervoersomstandigheden wordt voorkomen.
|
PP87 Voor UN-nummer 1950, spuitbussen als afval, vervoerd in overeenstemming met bijzondere bepaling 327 moet de verpakking zijn voorzien van een middel, bijv. absorberend materiaal, om alle vrijgekomen vloeistof die tijdens het vervoer zou kunnen ontsnappen, vast te houden, De verpakking moet voldoende worden geventileerd om vorming van een gevaarlijke atmosfeer en drukopbouw te voorkomen.
|