Skip to main content

3.3.1 : Bijzondere bepaling 376
Cellen of batterijen met metallisch lithium, lithiumionen of natriumionen die zijn aangemerkt als dermate beschadigd of defect dat zij niet meer overeenstemmen met het type dat is beproefd conform de van toepassing zijnde bepalingen van het Handboek beproevingen en criteria moeten voldoen aan de voorschriften van deze bijzondere bepaling.

De voorschriften van deze bijzondere bepaling omvatten, maar zijn niet beperkt tot:

  • cellen of batterijen waarbij gebreken zijn vastgesteld die van invloed zijn op de veiligheid;
  • cellen of batterijen die hebben gelekt of waaruit gas is ontsnapt;
  • cellen of batterijen waarvan de aard niet voorafgaande aan het vervoer kan worden vastgesteld; of
  • cellen of batterijen die fysieke of mechanische schade hebben doorstaan.

Opmerking: Bij het beoordelen of een batterij beschadigd of defect is, moet de beoordeling of evaluatie worden gebaseerd op de veiligheidscriteria van de cel, de batterij of van de fabrikant, of door een technische deskundige met kennis van de veiligheidseigenschappen van batterij of cel. Een beoordeling of evaluatie kan  de volgende criteria omvatten, maar is niet beperkt tot:

  1. Acuut gevaar, zoals gas, brand of lekkage van elektrolyt;
  2. het gebruik of misbruik van de cel of de batterij;
  3. tekenen van fysieke schade, zoals vervorming van het omhulsel van de cel of de batterij of verkleuring van het omhulsel;
  4. externe en interne bescherming tegen kortsluiting, zoals voltage- of isolatiemaatregelen;
  5. de toestand van de veiligheidsvoorzieningen van de cel of de batterij;
  6. schade aan interne veiligheidscomponenten, zoals het batterij management systeem.

Cellen en batterijen moeten worden vervoerd in overeenstemming met de bepalingen die van toepassing zijn op de UN-nummers 3090, 30913480, 3481, 3551 en 3552, naar gelang van het geval, met uitzondering van bijzondere bepaling 230 en tenzij anderszins vermeld in deze bijzondere bepaling.

Cellen en batterijen moeten worden verpakt volgens verpakkingsinstructie P908 van 4.1.4.1 of LP904 van 4.1.4.3, naar gelang van toepassing.

Cellen en batterijen waarvan wordt vastgesteld dat ze beschadigd of defect zijn en snel uiteen kunnen vallen, gevaarlijk kunnen reageren, een vlam dan wel een gevaarlijke hitte-ontwikkeling of een gevaarlijke uitstoot van giftige, bijtende of brandbare gassen of dampen kunnen veroorzaken onder normale vervoersomstandigheden, worden verpakt en vervoerd volgens verpakkingsinstructie P911 van 4.1.4.1 of LP906 van 4.1.4.3, al naar gelang van toepassing.

Alternatieve verpakkings- en/of vervoersomstandigheden kunnen worden goedgekeurd door de bevoegde autoriteit van elke Overeenkomstsluitende Partij bij het ADR, die ook een goedkeuring kan erkennen die verleend is door de bevoegde autoriteit van een land dat geen Overeenkomstsluitende Partij bij het ADR is, op voorwaarde dat deze goedkeuring is verleend in overeenstemming met de toepasselijke procedures in het kader van het RID, ADR, ADN, de IMDG Code of de Technische Instructies van de ICAO.

Op de colli moet de vermelding “BESCHADIGDE/DEFECTE LITHIUM-ION-BATTERIJEN” of “BESCHADIGDE/DEFECTE BATTERIJEN MET METALLISCH LITHIUM of BESCHADIGDE/DEFECTE NATRIUM-ION-BATTERIJEN" worden aangebracht, naar gelang van toepassing.

De volgende verklaring moet in het vervoersdocument worden vermeld: “Vervoer overeenkomstig bijzondere bepaling 376”.

Indien van toepassing moet bij het vervoer een kopie van de goedkeuring van de bevoegde autoriteit aanwezig zijn.